Nu het weer wat killer wordt en het al donker is voor 'thuis' begint zou het wel eens mooi zijn om naar zonniger oorden te trekken. Eind februari - de 27ste precies - kuist deze jongeman dan ook zijn schop af en vertrekt hij voor drie maanden naar Kameroen. "Om te luieren?" hoor ik u al vragen. Neen! Natuurlijk niet. Ik vertrek met de Nederlandse organisatie 'Ontmoet Afrika' om les te geven in Baigom, een dorp tussen Bafoussam en Foumban. Dat wordt zeker een avontuur, iets om nooit te vergeten, dat staat vast! Vanaf nu kan u hier al mijn belevenissen en verhalen lezen. Veel plezier ermee!

vrijdag 15 april 2011

Vervolg van het vervolg

Derde keer, laatste keer. In tegenstelling tot de vorige twee berichtjes zit ik nu op mijn gemak in de woonkamer. Geen tegenwerkend toetsenbord of slechte stoel: wel een comfortabele zetel en mijn eigen computer die och zo goed in mijn handen ligt om te typen.

Rhumsiki

Als ik het mij goed herinner was ik gestopt met typen in Rhumsiki: een klein bergdorpje op een boogscheut van de Nigeriaanse grens. Nadat we rond 14u waren toegekomen met de jeep, hebben we eerst wat gerust (aan het zwembad!) Dat deed echt deugd. Rond 16u30 kwam onze gids ons halen om een rondleiding te geven in het dorp, dat was best wel interessant.

Allerlei interessante dingen over Rhumsiki:

- problemen oplossen in Rhumsiki gaat niet zoals bij ons: er zijn in het dorp 4 bomen met een hele hoop stenen rond: 1 voor jonge mannen, 1 voor oude mannen, 1 voor jonge vrouwen en (hoe kan het ook anders) 1 voor je oude vrouwen. Als iemand een probleem heeft, gaat hij naar de boom die voor zich bestemd is (jong/oud, man/vrouw) en daar gaat hij/zij raad vragen aan zijn leeftijds- en geslachtsgenoten. Als het nodig is, kunnen ze dan samen naar de Chef gaan, een beetje vergelijkbaar met de burgemeester van het dorp.

- In Rhumsiki woont een man die de toekomst kan voorspellen aan de hand van een rivierkrab (echt waar!) Die traditie gaat door van vader op zoon: iedere oudste zoon neemt de taak van zijn vader over als die sterft. Dorpelingen betalen een kip of een geit voor een onderhoud met de grijze, oude man (die trouwens geen Frans praat). Touristen betalen geld (1 000 franc per vraag) Ik heb de man 2 000 franc gegeven voor wat vragen. Eens kijken of ze gaan uitkomen... Wees gerust, er was alleen goed nieuws!

- Het ontstaansverhaal van Rhumsiki vind ik best wel een mooi verhaal: Ooit, generaties lang geleden, was er een Nigeriaan die het gehad had met Nigeria en trok naar de bergen. Hij ving er een slang en nog een dier (dat ik niet helemaal verstond) hij belkom de berg, stookte er een vuurtje om de dieren op te eten. De mensen uit het naburige, Nigeriaanse dorp zagen de rook en dachten dat er een vulkaan was ontwaakt, natuurlijk paniek alom. Ondertussen had de uitgeweken Nigeriaan zich wat gesetteld in een grot in de berg. Hij vond het daar wel aangenaam wonen op die berg dus keerde hij terug naar Nigeria om daar 4 vrouwen en 3 mannen te halen, die met hem op de berg wilden wonen. Ze settelden zich op de helling van de berg. Dit waren de eerste inwoners van van Rhumsiki (Rhum = dorp. Siki = berg dus ‘het dorp bij de berg’)

- Rhumsiki is een van de grootste toeristische trekpleister van Kameroen, de mensen zijn er gewoon om blanken te zien, en veel mensen oefenen er nog een traditioneel beroep voor de toeristen te plezieren: zo zagen we een traditionele weverij, je kon het hele proces zien van katoenplant tot kledij, best wel interessant. Ook zagen we een oude pottenbakster, echt leuk om te zien hoe dat allemaal gaat. Leuk detail: een oven gebruiken is er niet nodig, het is er warm genoeg om de potten te laten drogen in de zon.

Vanuit Rhumsiki zijn we vertrokken om te trekken in de bergen: dat had ik toch wel een beetje onderschat. We vertrokken om 7u ’s morgens (wat in Kameroens uur toch wel behoorlijk laat is, de meeste mensen staan hier op om 5u of vroeger) We staken de grens met Nigeria over (wat rebels, we hadden daar geen visum voor!!!) We bleven gelukkig dicht bij de grens en kwamen bijna geen mensen tegen, buiten een paar overenthousiaste kindjes die ons wel een half uur lang gevolgd hebben.

Uiteindelijk, rond 11u, hielden we een lange pauze, omdat het ondertussen al verschrikkelijk warm was. Wat bleek: de boom waar we onder lagen te rusten lag eigenlijk op een kleine kilometer van Rhumsiki, dat was wel even een domper. Zo was het trekkinggevoel nogal rap verdwenen. Uiteindelijk, rond 14u vertrokken we vanonder onze ‘koele’ boom om verder te trekken naar Roufta. Een dorp, nog dieper in de bergen, waar enkel een smal pad naar toe loopt. Maar na een uur hebben we ons weer onder een boom gezet. Het enige waar ik tijdens dat uur aan kon denken was de alles doen vergetende hitte. In die hitte zag alles er ook heel troosteloos uit. Opeens waren de traditionele huisjes niet meer mooi en volledig aangepast aan het klimaat, maar een bevestiging van de armoede en de droogte die er heerste.

Na een pauze van nog een uur, zijn we uiteindelijk verder getrokken naar Roufta. Daar hebben we traditionele Coucscous gegeten. (maar dat kenden we al vanuit ons gastgezin)

’s Morgens hebben we weer kunnen uitslapen (het ontbijt was pas om 7u) daarna zijn we via een andere pas terug vertrokken naar Rhumsiki. Om van daaruit terug te keren naar Maroua, de dichtstbijzijnde stad. Om de kosten wat te drukken hadden we ervoor gekozen om met de motor en de bus te gaan, ipv een jeep die ons kwam oppikken. De rit op de motor was zalig! Achteraf gezien was het behoorlijk gevaarlijk, want niemand draagt er een helm (wij dus ook niet) en de chauffeurs reden behoorlijk hard door. Maar de rit was op en top: wind in de haren, prachtig uitzicht op de bergen, zon op het gezicht... ach, het zomergevoel.

de terugreis

Over de terugreis valt eigenlijk niet zoveel te zeggen. We hadden ons voorgenomen om het wat rustiger aan te doen dan de heenreis. bijgevolg namen we een ‘chilldag’ in maroua. Heel leuk, maar langer dan een dag hoefde het niet te duren. Da dag erna (ondertussen waren we al dinsdag 5 april) vertrokken we ’s morgens vroeg naar Ngaoundéré, waar het treinstation is. We waren net te laat om eersteklastickets te kopen voor woensdag. (die zijn enkele dagen op voorhand beschikbaar) Bij gevolg mocht ik woensdag op 5u30 opstaan om aan te schuiven voor een tweedeklasseticket (die zijn enkel de dag zelf beschikbaar) Ik heb aangeschoven van 6 tot 10 uur. Voor alle tickets waren slechts 2 loketten open, waarvan 1 voorbehouden voor ‘hommes en teneu’. Ik mocht niet klagen, ik was nog eens van de eersten die tickets kon bemachtigen.

Daarna hebben we een hele dag gewacht op de trein die pas ’s avonds vertrok. Uiteindelijk was de treinreis zoals de heenreis: lang en niet erg comfortabel. Het leuke was dat we slechts 14 uur op de trein zaten! Wat een geluk!

Ik was uiteindelijk enorm opgelucht toen we op de bus naar Foumbot zaten. Het was echt het ‘op-weg-naar-huis-gevoel’. Nooit gedacht dat ik na amper een maand mij zo zou kunnen thuis voelen bij mijn gastgezin!

Zo, dit was zo ongeveer onze reis in Kameroen in het kort.

Vele groetjes in het alsmaar warmer wordend Belgenlandje!

Wams

Geen opmerkingen:

Een reactie posten